Verwacht geen wonderen op klimaattop

Dit stuk werd in aangepaste vorm geplaatst in NRC Handelsblad op 16/11/2013

Maandag is in Warschau het jaarlijkse VN klimaatcircus weer begonnen. Inmiddels een bekend verhaal: twee weken moeizame onderhandelingen met 195 partijen, en aan het einde zal het klimaat wéér niet gered zijn. Media en milieuorganisaties zullen hun teleurstelling niet onder stoelen of banken schuiven. Maar wie de VN klimaatonderhandelingen onterecht bekritiseert, maakt het bestrijden van klimaatverandering alleen maar moeilijker.

Er staat veel op het spel. Het nieuwste rapport van het VN-klimaatpanel wees onlangs nogmaals op de enorme risico’s die verbonden zijn aan de menselijke uitstoot van broeikasgassen. In het oerwoud aan denktanks, universiteiten en internationale organisaties dat over klimaatverandering publiceert vindt de klimaatscepticus nauwelijks nog medestanders. Maarliefst 97% van de wetenschappers  die over klimaat publiceert, zegt dat de mens klimaatverandering veroorzaakt.

Dit betekent echter niet dat er in Warschau een nieuw klimaatverdrag komt. De conferentie is slechts een tussenstation richting een wereldwijde klimaatovereenkomst die in 2015 gesloten moet worden, en die in 2020 in werking moet gaan. Dat verdrag laat te lang op zich wachten, en zal waarschijnlijk niet ambitieus genoeg zijn. Maar dat is nog geen reden om apathisch te somberen dat de VN klimaatonderhandelingen falen. Wie schipbreuk lijdt en één zwemvest heeft gaat ook niet klagen dat er niet veel lucht in zit.

Het aanpakken van klimaatverandering is veel complexer dan voorheen gedacht. Het vereist een fundamentele transitie van onze economie en samenleving. Dat is een bittere pil voor iedereen die van olie afhankelijk is, en voor mensen die bang zijn voor verandering. Met zoveel en zulke verschillende landen bereik je daar niet zomaar overeenstemming over.

Grijp dus dat slecht functionerende zwemvest stevig aan, en wel om twee redenen. Ten eerste is een internationale aanpak van klimaatverandering essentieel. Geen enkel land kan de klimaatcrisis alleen te lijf gaan. De klimaatonderhanderlingen zijn cruciaal voor vertrouwen tussen landen, om internationale regels te maken, en om transparante systemen te ontwikkelen waarmee naleving van deze regels wordt gecontroleerd. Ja, het proces gaat langzaam, maar er wordt vooruitgang geboekt.

Ten tweede hebben de klimaatonderhandelingen belangrijke bijkomende effecten. Ze houden klimaatverandering op de internationale politieke agenda in tijden van economische crisis en zorgen voor politieke druk op de belangrijkste broeikasgasuitstotende landen om actie te ondernemen. Mede door de onderhandelingen leveren ook bedrijven, steden en andere internationale samenwerkingsverbanden een steeds grotere bijdrage. Bedrijven als Unilever en Walmart en steden als Rotterdam en Tokio gaan veel verder in hun aanpak van klimaatverandering dan nationaal of internationaal voorgeschreven wordt. Verder staat klimaatverandering nu regelmatig op de agenda van bijvoorbeeld de G-20 en de VN Veiligheidsraad. Er zijn tal van andere mogelijkheden om aan te sluiten bij andere vormen van internationale samenwerking. Klimaatonderhandelaars, wetenschappers en de media doen er wijs aan om deze initatieven sterker aan de klimaatonderhandelingen te koppelen.

Om drie voorbeelden te noemen: vorig jaar is de ‘Climate and Clean Air Coalition’ opgericht. Dit netwerk van landen (waaronder Nederland), milieu-, VN en wetenschappelijke organisaties richt zich op concrete projecten om de uitstoot van kortlevende, sterke broeikasgassen te verminderen. Daarnaast heeft de bestrijding van CFK’s via het Montreal Protocol om aantasting van de ozonlaag tegen te gaan al veel bijgedragen aan de vermindering van de broeikasgasuitstoot.

Het verminderen van subsidies voor fossiele brandstoffen zou ook veel winst opleveren. Die subsidies bedragen tussen de 480 en 1900 miljard dollar per jaar, en het afschaffen hiervan zou de wereldwijde CO2 uitstoot met maar liefst 13% doen dalen, aldus het IMF. Ook Nederland steekt jaarlijks miljarden in subsidie van fossiele energieBij de vermindering van subsidies van fossiele brandstoffen kunnen de G-20 en de Wereldhandelsorganisatie een cruciale rol spelen.

De klimaatonderhandelingen zijn te belangrijk om ze af te doen als onproductief. Dit verlaagt enkel de steun voor effectief klimaatbeleid. Het is beter om de verwachtingen wat realistischer te maken, en ondertussen te bedenken dat het klimaat ook op andere manieren gered kan en móet worden. Er mag in Warschau dan geen klimaatakkoord komen; dat is nog geen reden om weer rouwadvertenties voor de klimaatonderhandelingen te schrijven.

Pieter Pauw, Deutsches Institut für Entwicklungspolitik in Bonn

Harro van Asselt, Stockholm Environment Institute in Stockholm

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *