In 2018 komt het wereldkampioenschap allround schaatsen weer naar Nederland. Het zou natuurlijk een mooie gelegenheid zijn om de wereld te laten zien waarom we eigenlijk zo veel medailles winnen: Nederland is schaatsgek. Het gaat er hier ’s winters immers nog steeds zo aan toe als op de vroeg zeventiende-eeuwse schilderijen van Pieter Bruegel de oude en Hendrick Avercamp: ijspret en volksvertier. Iedereen staat op de schaats, al dan niet bij de koek-en-zopietent.
Maar die schaatsgekte zal de wereld niet zien. Het WK staat nu namelijk gepland in maart, en dat is bepaald geen koude maand meer. Door klimaatverandering was de gemiddelde temperatuur in maart in deze eeuw 6.3°C in de Bilt, maar liefst 1.3°C warmer dan een eeuw geleden. Overdag is het nog warmer: op 17 maart tikte de thermometer zelfs de 17.8 °C aan . Het vroor weliswaar een handvol nachten, maar kouder dan -2.9°C werd het niet.
Nou heeft Nederland meer dan twintig kunstijsbanen, die met veel subsidie ervoor zorgen dat men ook kan schaatsen wanneer het niet vriest. Die meeste draaien verlies omdat ze enorm veel energie nodig hebben voor het bevriezen en bevroren houden van de ijsbaan. Volgens een rapport van adviesbureau KWA bedrijfsadviseurs uit 2011 gebruiken de kunstijsbanen en binnen-skisport alleen al aan elektriciteit 35556 MWh per jaar. Dat is net zo veel als 10150 huishoudens bij elkaar, terwijl de meeste kunstijsbanen maar een paar maanden per jaar geopend zijn.
Maar voor de KNSB is dat allemaal nog niet genoeg. Na een jarenlange strijd over waar de nieuwe Nederlandse ijstempel zou komen, lijken de hoofdkandidaten Heerenveen, Zoetermeer en Almere achter het net te vissen bij het WK in 2018, net als al die andere kunstijsbanen. De KNSB heeft nu namelijk het Olympisch Stadion in Amsterdam in het vizier.
Je gaat haast denken dat al dat gewonnen goud op de laatste olympische spelen de KNSB tot megalomanie heeft gedreven: ze willen schaatsen in de open lucht met temperaturen die ver boven het vriespunt liggen. Het komt in feite hierop neer: ze schuiven bestaande ijsblokjes aan de kant, om in een nieuw vriesvak, met de deur open, nieuwe ijsblokjes te maken – die ook nog eens van topkwaliteit moeten zijn.
Het ironische is, dat de KNSB er zo zelf aan bijdraagt dat schaatsen definitief als volksvertier verdwijnt in Nederland, want klimaatverandering is de grootste bedreiging voor de Nederlandse ijspret. Waar er de afgelopen drie decennia nog gemiddeld 58 nachten per jaar vroor, zullen dat er volgens het KNMI over zo’n 35 jaar gemiddeld nog maar 28 tot 48 zijn, afhankelijk van hoeveel broeikasgassen er wereldwijd nog worden uitgestoten in die periode. En omdat in Nederland 96% van de energie met fossiele brandstoffen wordt opgewekt, komt er door al die energieslurpende kunstijshallen behoorlijk wat CO2 vrij. Daarnaast kan zo’n open baan in het Olympisch stadion anderen ook nog op gedachten brengen. Mocht Qatar het WK voetbal wordt afgenomen door alle schandalen rond de wereldvoetbalbond FIFA, dan kunnen ze altijd nog een WK schaatsen organiseren in één van de afgebouwde stadions?
Kortom, beste KNSB: wij verheugen ons op het WK van 2018, maar laat de megalomanie plaats maken voor Hollandse nuchterheid. Probeer het WK midden in de winter te organiseren. Als dat niet kan, doe het dan ten minste op een bestaande kunstijsbaan.