Gepubliceerd in NRC Next op 27.11.15 – lees hier de ongezonden tekst.
Volgende week begint in Parijs de VN klimaattop. Na jarenlang intensief onderhandelen moet hier eindelijk een nieuwe overeenkomst gesloten worden. Eén van de belangrijkste knelpuntendaarbij is geld.
Volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) moet er tot 2030 wereldwijd maarliefst 16,5 biljoen dollar geinvesteerd in de energiesector om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. Ook daarna zijn nog grote investeringen nodig: aan het einde van eeuw moet de wereld van haar olieverslaving af zijn. Daarnaast zijn er honderden miljarden per jaar nodig om aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering. Ieder land moet maatregelen nemen, of ze nou geindustrialiseerd of arm is, groot of klein, oliestaat of eiland. Maar wie gaat dat betalen?
Het goede nieuws is: de plannen liggen al op tafel. Als onderdeel van de klimaatonderhandelingen hebben tot nog toe bijna 170 landen hun beoogde klimaatambities (zogenoemde ‘INDCs’) gepubliceerd. De analyse daarvan laat zien: als al deze plannen volledig worden omgezet, zal de wereldwijde temperatuur niet met 4°C stijgen, zoals gevreesd, maar slechts met 2.7 °C. Daarmee komt de internationale afspraak van maximaal 2 °C stijging ten opzichte van het begin van de industriele revolutie in zicht.
Het slechte nieuws is: veel landen stellen financiering door een industrieland als voorwaarde voor het uitvoeren van hun plannen. De industrielanden hebben ‘klimaatfinanciering’ toegezegd als steun aan ontwikkelingslanden – 100 mlijard dollar per jaar vanaf 2020. Zonder geld van industrielanden geen maatregelen in ontwikkelingslanden. En dat heeft weer consequenties: als landen als India en Indonesie hun uitstoot niet verminderen, heeft de VS er ook niet zoveel zin meer in. Dan is 2.7 °C opwarming niet meer realistisch.
Er moeten dus miljarden op tafel gelegd worden, ook vanuit Nederland. Naast de binnenlandse kosten (denk aan miljarden euro voor het energieakkoord), wil Nederland per jaar 1.2 miljard bijdragen aan de eerder genoemde 100 miljard dollar klimaatfinanciering. Veel geld – maar geen hoge prijs.
Ten eerste heeft investeren in het klimaat veel positieve neveneffecten. Zo zorgt een verbetering van de luchtkwaliteit voor lagere kosten in de gezondheidszorg. China investeert miljarden in duurzame energie om zo ook de luchtkwaliteit in de steden te verbeteren. Hetzelfde geldt voor energie-efficientie. Volgens de IEA zouden economisch rendabele investeringen in energie efficientie weliswaar 11,8 biljoen dollar kosten tot het jaar 2035, maar levert het 18 biljoen op omdat bepaarde energiekosten productiever kunnen worden geinvesteerd.
Ten tweede zijn de kosten van het tegengaan van klimaatverandering steeds lager geworden. Zonneenergie is de afgelopen 10 jaar bijvoorbeeld 80% goedkoper geworden, en de daling zet door. Volgens berekeningen van Bloomberg New Energy Finance kan stroom uit wind en zon nu al goedkoper geproduceerd worden als stroom uit kolen of gas.
Ten derde moeten industrielanden weliswaar diep in de buitel tasten, maar ze staan er niet langer alleen voor. China deed onlangs een toezegging van 3.1 miljard dollar voor klimaatinvesteringen in andere ontwikkelingslanden. Landen als Zuid Korea, Indonesië en Mexico hebben geld toegezegd voor het nieuwe Groene Klimaatfonds. Ook de private sector investeert: zo is er een markt voor klimaatobligaties opgezet waar inmiddels 60 miljard dollar in omgaat, en investeert de verzekeringsbranche in de groeiende markt voor verzekeringen tegen de effecten van klimaatverandering.
Ten vierde is er in principe genoeg geld beschikbaar. Zo rekent het IMF voor dat subsidies voor fossiele brandstoffen dit jaar 5.3 biljoen Dollar kosten. Dat is tien miljoen per minuut – hoe lang leest u al? Volgens het IMF verlaagt het stopzetten van zulke subsidies de uitstoot met 20%, waardoor klimaatverandering tegengaan veel goedkoper wordt. Zo bezien is het absurd dat de PVV tekeer gaat tegen subsidie van windenergie – de partij mist het grote verhaal.
Dat er geld beschikbaar is, blijkt ook wel uit de honderden miljarden die uit de hoge hoed werden getoverd om de ‘systeembanken’ te redden tijdens de financiele crisis, of uit de 600 miljard Dollar die alleen al de VS jaarlijks aan militaire uitgaven doet.
Het gaat dus minder om het financiele middelen, als om het zetten van prioriteiten. Het klimaatsysteem zou zo’n prioriteit moeten zijn. Van belang is ook, dat het weliswaar veel geld kost om nu maatregelen te nemen, maar dat niets doen of later investeren volgens onderzoek nog veel duurder is.
Kortom: er is heel veel klimaatfinanciering nodig voor een klimaatovereenkomst in Parijs, en Nederland moet haar verantwoordelijkheid dragen en daar een grote bijdrage aan leveren. De prijs is immers relatief laag. Falen in Parijs, dat zou ons pas echt duur komen te staan